In 2020 zou onze “oude” mobiliteit met verbrandingsmotoren moeten omslaan naar een elektrisch getint wagenpark. Volgens een studie zou een elektrische auto tegen dan even veel kosten als een model met verbrandingsmotor.
Naast het beperkte rijbereik blijft de grootste rem op het succes van elektrische auto’s ongetwijfeld de meerprijs bij aankoop. Daarna zou de gebruikskost wel lager moeten zijn, maar in de meeste gevallen niet genoeg om te compenseren voor de grotere investering die nodig is als er geen stevige overheidstussenkomst gebeurt (premie, belastingsvoordeel,…). Die situatie zal in de eerste plaats veranderen door de democratisering van batterijen. Volgens het Europese bureau van consumentenverenigingen (BEUC) wordt 2020 een scharnierjaar. Tegen dan zouden elektrisch auto’s een TCO (Total Cost of Ownership of totala kost door eigendom) kennen die vergelijkbaar is met die van een auto met verbrandingsmotor.
Verwaarloosbaar verschil tegen 2030
In zijn studie vergelijkt het BEUC de TCO van een Opel Astra met die van een Nissan Leaf. “In 2015 bedroeg het verschil in TCO over een periode van 4 jaar zo’n 8 procent tussen de twee auto’s. In 2020 zou dat verschil moeten zakken tot 4 procent, tegen 2025 tot 1,5 procent en tegen het eind van de jaren 2030 zou het onder de 0,5 procent moeten liggen”. Dat betekent dat de meerkost van de elektrische technologie voor een periode van 4 jaar zou moeten zakken van ongeveer 2.000 euro in 2015 naar minder dan 100 euro in 2030. Volgens het BEUC zou elektromobiliteit daarom vanaf 2020 kunnen bestaan zonder forse tussenkomst van de overheid. Tegen dan zouden kleine fiscale stimuli zoals gunstiger inschrijvings- en verkeersbelastingen moeten volstaan om de ontplooiing van de technologie op het Oude Continent te versnellen.
Laat een reactie achter