“Formule E-auto’s hoeven niet sneller te worden”, vindt BMW

BMW Motorsport-directeur Jens Marquardt is van mening dat de Formule E zich niet moet focussen op het sneller maken van de auto’s, maar zich moet richten op de wereld van virtual reality.

Het Beierse merk is dit seizoen middels een samenwerking met Andretti toegetreden tot het volledig elektrisch kampioenschap. BMW-fabriekscoureur Antonio Felix da Costa en Robin Frijns vormen de line-up.

Een van de voornaamste kritiekpunten op de Formule E is de beperkte topsnelheid ten opzichte van andere formuleklassen. De elektrisch aangedreven bolides gaan niet harder dan 225 kilometer per uur. In de toekomst moet het vermogen toenemen maar volgens Marquardt is dat niet noodzakelijk, zeker omdat de klasse op stratencircuits racet.

De Duitser legde uit dat het groeipotentieel hem vooral zit in de interactie met fans en virtual racing: “Het is voor de Formule E belangrijk om het Unique Selling Point te behouden: racen in grote steden waar veel mensen zijn”, legde Marquardt uit. “Het korte maar interessante programma past perfect in het moderne leven. Daarnaast is er veel interactie met fans, met simulatoren en virtuele zaken. Daar ligt het ware potentieel van de Formule E, niet in het creëren van snellere en betere raceauto’s. Het punt is: de wagens kunnen op dergelijke circuits toch niet sneller. Ze hoeven ook niet sneller te worden, wat mij betreft. Het ware potentieel zit hem in de virtuele sector. Misschien kunnen fans over een paar jaar tegen hun sterren strijden in een virtuele race. Dat is veel belangrijker dan het verschil tussen 180 en 250 kilometer per uur op het rechte stuk.”

BMW wil aandrijving ontwikkelen voor seizoen vijf

Marquardt bevestigde dat zijn werkgever voor het vijfde Formule E-seizoen in 2018 een geheel eigen aandrijflijn wil ontwikkelen. Vanaf dat seizoen worden de tussentijdse autowissels tijdens de race geschrapt: “De samenwerking met Andretti wordt beter en beter”, zei de BMW Motorsport-baas. “We leren veel. Dat is belangrijk voor seizoen vijf, wanneer we onze eigen BMW-motor willen hebben. Er moet veel gebeuren om daar klaar voor te zijn. Op dit moment helpen we met simulaties en dataprocessen vanuit München. Daarnaast zijn er ter plekke mensen aanwezig om het team te helpen. Eén vaste persoon, soms twee of drie. Dat hangt ervan af.”