De voorrangsregeling voor uitstootvrije taxi’s op de standplaats bij het Centraal Station van Amsterdam lijkt effect te sorteren. Volgens de taxichauffeurs zelf neemt het aantal schone voertuigen op één van de bekendste standplaatsen van Nederland toe. Maar er is ook ontevredenheid, want chauffeurs met een hybride voertuig rijden in de praktijk lang niet altijd elektrisch. Dat blijkt uit onderzoek van de Hogeschool van Amsterdam.
Het verkennende onderzoek van Milan Tamis is onderdeel van project U-SMILE, dat wordt uitgevoerd door een consortium van de Universiteit van Amsterdam, Rijksuniversiteit Groningen, Technische Universiteit Delft en de Hogeschool van Amsterdam. U-SMILE is een samenwerking met de gemeente Amsterdam en is er op gericht het effect te onderzoeken van bestuurlijke prikkels en maatregelen die moeten leiden tot meer elektrische voertuigen en minder dieselvoertuigen in Amsterdam. Over het U-SMILE project zal een workshop worden verzorgd tijdens Taxi Expo 2017, op 12 oktober in Expo Houten.
Volledig uitstootvrije taxi’s
Tussen de gemeente Amsterdam en de taxisector is ruim een jaar geleden een convenant afgesloten om de taxi-industrie te verduurzamen richting uitstootvrij in 2025. Vooralsnog worden elektrische taxi’s, plug-in hybride taxi’s en taxi’s die rijden op groen gas als schone voertuigen gezien. Vanaf 2021 geldt dat alleen nog voor volledig uitstootvrije taxi’s. Taxi’s met alleen een interne verbrandingsmotor zijn binnen dit geheel ‘niet schoon’.
Eén van de maatregelen om het rijden met schone taxi’s te stimuleren is de voorrangsregeling op standplaats Amsterdam Centraal, die sinds oktober 2015 aan de achterzijde van het station te vinden is. Deze standplaats kent 28 wachtplaatsen, waarvan er vier gereserveerd zijn voor elektrische taxi’s. De volledig elektrische voertuigen kunnen er van twee snelladers gebruik maken. Aan het einde van de wachtrij zijn er vier plaatsen waar chauffeurs wachtende klanten kunnen laten instappen.
Wel of geen voorrang
Taxi’s die naar deze wachtplaatsen mogen rijden, vernemen dat via een elektronisch bord waar de nummerborden in kwestie worden weergegeven. Sinds de ingebruikname van de standplaats geldt een voorrangsregeling. Aanvankelijk moest één op de vier taxi’s die via het elektronische bord wordt opgeroepen, een schone taxi zijn.
Dat is echter ruwweg gelijk aan de verhouding schone taxi – niet schone taxi op de standplaats Amsterdam Centraal, waarmee de voorrangsregeling dus mogelijk geen voorrang zou bieden aan schone taxi’s. Per 1 januari is de boel daarom, in overleg met de branche, aangescherpt en moet één op de drie taxi’s op de standplaats schoon zijn. In de loop van dit jaar wordt dat mogelijk één op de twee; analyses moeten uitwijzen of dat mogelijk en wenselijk is. Op 1 januari 2018 moeten alle taxi’s op de standplaats in de categorie schoon vallen, en drie jaar later is er alleen nog plek voor volledig uitstootvrije taxi’s. Dit is conform de afspraken in het convenant.
Kans op klanten is groot
Het onderzoek van Milan Tamis wilde twee hoofdvragen beantwoorden: hoe ervaren de taxichauffeurs de voorrangsregeling en welke redenen hebben zij om wel of niet over te stappen naar een volledig uitstootvrij voertuig? Naast het nodige veldwerk, interviewde Tamis zeventien taxichauffeurs van zeven verschillende TTO’s in de leeftijd van 25 tot 60 jaar, met zowel Nederlandse als niet Nederlandse achtergronden. Alle chauffeurs komen dagelijks op de standplaats, soms zelfs meerdere malen, omdat de kans op klanten er groot is. Sinds de verplaatsing naar de achterzijde van het station ervaren de chauffeurs echter een slechtere vindbaarheid dan voorheen.
Alle chauffeurs die door Tamis werden ondervraagd, zijn bekend met het feit dat de taxibranche de komende jaren moet verduurzamen. En ze zien allemaal het aantal schone taxi’s toenemen als gevolg van de voorrangsregeling. Zij die een taxi besturen die niet als schoon wordt gezien, ervaren de voorrangsregeling als oneerlijk. Maar ze accepteren het wel, omdat het voortvloeit uit het convenant dat in samenwerking met de taxibranche tot stand is gekomen.
Zelden tot nooit elektrisch
Wat wel echt een punt van ontevredenheid is: de verschillende groepen taxi’s die door de gemeente als schoon worden gezien. Daaronder vallen tot 1 januari 2021 ook de hybrides die zowel een verbrandingsmotor als een elektrische motor hebben, en die dus ook op beide motoren kunnen rijden. Met name taxichauffeurs in een Prius zouden wel voorrang krijgen, maar zelden tot nooit elektrisch rijden. En dat bevestigen deze bestuurders van hybride taxi’s ook aan Tamis. Ze kampen onder meer met het feit dat de snelladers op Amsterdam Centraal niet matchen met hun voertuigen, en de zeer beperkte elektrische actieradius maakt het voor hen nodig om doorgaans op de verbrandingsmotor te rijden.
Een kanttekening is dat het aandeel plug-in hybrides met veertien voertuigen op een totale vloot van 350 schone taxi’s vrij beperkt is. Dit aantal kan ook niet groeien, omdat alleen auto’s die voor 1 juli 2016 op naam stonden van de chauffeur in kwestie toegelaten zijn. Deze taxi’s kunnen tot 2021 met voorrang gebruikmaken van de standplaats op Amsterdam Centraal zonder daadwerkelijk veel elektrisch te rijden, maar de impact daarvan is beperkt.
Overstap om voorrang
Het convenant in het algemeen en de voorrangsregeling in het bijzonder worden door de meeste bestuurders van schone taxi’s als belangrijkste reden genoemd om over te stappen op een elektrisch voertuig. Eén chauffeur rijdt in zo’n taxi met oog op het milieu. De beperkte actieradius van deze auto’s zien zij als een nadeel, maar ze krijgen wel regelmatig positieve opmerkingen van klanten. Alle chauffeurs met een hybride voertuig of taxi op groen gas, hebben die overstap gemaakt om van de voorrangsregeling gebruik te kunnen maken.
Zij zijn ook allemaal van plan om de komende jaren over te stappen op een volledig elektrische taxi. Vanuit de gemeente Amsterdam wordt benadrukt dat de voordelen om met een uitstootvrije taxi te rijden in Amsterdam zullen toenemen. Zo wordt ook de Leidseplein een schone standplaats en vragen bijvoorbeeld ziekenhuizen en hotels ook steeds vaker om vervoer met dergelijke taxi’s.
Meer rijcomfort in taxi op brandstof
Er zijn ook redenen om (nog) niet te kiezen voor een volledig elektrische taxi, en in dat kader telt de financiële component het sterkst. De nog beperkte actieradius speelt ook mee. Chauffeurs zijn bijvoorbeeld bang om langere ritten te moeten weigeren en zo inkomsten mis te lopen. Wat ook meespeelt, is de rijervaring van de chauffeurs zelf. In hun taxi die op brandstof rijdt, ervaren zij meer comfort. En sommigen zijn ook nog niet klaar om het geluid van hun dieselmotor in te ruilen voor een stille elektrische variant. Chauffeurs van een taxi met een interne verbrandingsmotor bekijken momenteel hun opties. Overstappen op een schone taxi is er daar één van, maar ook uitwijken naar een werkgebied elders in de stad of het land behoort tot de mogelijkheden.
Goed dat het Centraal Station in Amsterdam zo onder handen is genomen. Niet alleen voor wat betreft renovatie, maar ook de taxistandplaatsen, en dat er extra aandacht wordt gegeven aan de elektrische, milieuvriendelijke taxi.
Goede actie van gemeente Amsterdam. Hoop dat er meer van deze gemeentes de actie ondernemen.