Foto: ANP
Op een zonnig stratencircuit in het Zwitserse Zurich is een race bezig, maar de omwonenden hebben er nauwelijks last van. Met zoemend geluid fluiten de raceauto’s over het circuit en het meeste lawaai komt van de omroeper en de optredens die naast de baan bezig zijn. Ontbreekt er daardoor een zekere entertainmentwaarde? Voor de raceliefhebbers vast en zeker. Is Formule E toekomstbestendig? Absoluut.
Allejandro Agag, de baas van de Formule E, wil de vergelijking met de koningsklasse van de autosport niet aan. “Ik hou van Formule 1 en vind het fantastisch dat we daarmee vergeleken worden, maar het is niet terecht. We zijn aanvullend, we gaan niet de strijd met de Formule 1 aan. We hebben andere technologie, rijden in stadscentra. Het is een totaal verschillend concept.”
Dat concept trekt de nodige interessante partijen aan. Audi heeft een fabrieksteam in de Formule E, won ook de race in Zürich en legt de focus duidelijk op de elektrische raceklasse. Zeker in het licht van het dieselschandaal dat nog boven het hoofd van de Duitse autofabrikant hangt, is Formule E een belangrijke marketingtool. “Mensen kunnen het direct koppelen aan de elektrische auto’s die we produceren”, zegt pr-man Stefan Moser. “Daarom zien we veel toekomst in Formule E.”
Audi is niet de enige. Citroën, Renault, Jaguar, BMW en het Indiase Mahindra zijn als bekende automerken actief in de klasse. Daar komen in de nabije toekomst Mercedes en Porsche nog bij. Ter vergelijking: in de Formule 1 zijn ‘slechts’ vier fabrikanten actief.
Relevant
Ho-Pin Tung is als coureur bij het team van Jaguar betrokken. Hij benadrukt de directe relevantie voor de auto’s op de weg. “Er komen op den duur steeds meer onderdelen vrij die we zelf mogen ontwikkelen”, zegt de Nederlander met Chinese roots.
“We focussen ons nu bijvoorbeeld heel erg op software en dat is voor de fabrikanten ook relevant, omdat het kan helpen bij het verminderen van het verbruik en bijladen van de accu’s tijdens het rijden. Daar doen we in Formule E heel veel kennis over op en dat kan direct worden gebruikt in straatauto’s. Audi heeft bijvoorbeeld een straatauto gemaakt met vier Formule E-motoren. Dat is denk ik een goed voorbeeld van die directe link.”
Formule E in Parijs.
Langzaam
Wat wel opvalt, is dat de Formule E niet de snelheid van de Formule 1 heeft. Door de krappe stratencircuits door stadscentra die de klasse vrijwel zonder uitzondering aandoet, is er weinig ruimte voor uitloopstroken, laat staan grindbakken. Volgens Tung is Formule E niet alleen langzamer dan Formule 1, maar ook trager dan Formule 2 en zelfs opstapklassen als de GP3.
“De nieuwe auto voor volgend jaar wordt een stuk sneller en onder coureurs wordt wel gezegd dat het op sommige circuits waar we nu rijden volgend jaar wel erg krap gaat worden. Dat geeft al aan dat je het in verhouding moet zien”, zegt Tung, doelend op het verschil qua concept met de Formule 1.
“Het is voor de Formule 1 lastig om ook in veel steden te rijden”, vult Agag aan. “Ze gaan te snel en hebben daarom echt grote uitloopmogelijkheden nodig. Bernie Ecclestone (de oude Formule 1-baas, red.) vroeg me een keer waarom de FIA ons op circuits met zo weinig uitwijkmogelijkheden en dunne bandenstapels liet rijden”, vertelt de zakenman. “Ik reageerde toen: ‘Bernie, wat denk je nou? Mijn auto’s gaan veel langzamer en zijn perfect voor steden’. Formule 1 gaat nog wel in één of twee steden extra komen, maar niet twintig.”
“Als Monaco nu op veiligheid gekeurd zou moeten worden, dan zou dat circuit er nooit door komen”, vervolgt de Spanjaard. “Azerbeidzjan heeft wel een fantastisch stratencircuit voor de Formule 1. Daar kan dat ook, want je hebt er, laten we zeggen, sterke autoriteiten, die gewoon drie weken de straten dichtgooien. In veel landen kan dat niet.”
New York
Door de elektrische aandrijving gaan voor Agag wel deuren open die voor de Formule 1 gesloten blijven. “We rijden in Zwitserland, waar autosport sinds 1955 verboden was, puur omdat we elektrisch zijn. En we hebben een race in New York, wat de F1 al jaren wil. Dat is echt de kers op de taart. Dure kledingmerken hebben een winkel op 5th avenue. Wij hebben onze race in New York.”
“Als ik nu in een auto rij met een verbrandingsmotor voel ik dat ik in het verleden rijd.”
Allejandro Agag
Er zijn dus wezenlijke verschillen tussen de Formule E en Formule 1. En zowel Agag als Tung ziet beide kampioenschappen bloeien zonder dat ze in elkaars vaarwater zitten. Het is echter de vraag in hoeverre fabrikanten het daarmee eens zijn. Waar de autofabrikanten gaan, gaat het geld, de ontwikkeling en daarmee uiteindelijk ook de aandacht. Daar lijkt de FIA, de autosportbond die kampioenschappen organiseert, ook een belangrijke rol in te spelen. De organisatie onder leiding van de voormalige Ferrari-teambaas Jean Todt heeft in ieder geval bedacht dat het WK rallycross (WRX) vanaf 2020 volledig elektrisch moet zijn, terwijl die auto’s nu nog met brullende motoren over het circuit gaan.
Pr-man Moser van Audi, dat zelf aan het WRX deelneemt, begrijpt die stap niet. “Je moet ook kijken wat voor publiek er langs de baan staat. Op rallycross komen mensen af die niet zo snel nieuwe auto’s kopen, laat staan dure elektrische auto’s. Die kopen auto’s van een paar jaar oud. Dus hoef je die koppeling ook niet te maken. Sowieso moeten we niet alle mooie autosportklassen, waarbij geluid een belangrijk onderdeel is, om zeep willen helpen. Het kan prima naast elkaar bestaan.”
Het WK Rallycross.
Toekomst
Tung ziet de Formule E niet snel de plaats van de Formule 1 innemen, al houdt hij een slag om de arm. “Formule 1 is de koningsklasse van de autosport en zal dat ook altijd blijven. We houden allemaal van gave snelle auto’s met brullende motoren, ik ook. Maar elektrisch rijden is wel de toekomst.”
Agag durft niet te zeggen dat zijn raceklasse de Formule 1 gaat opvolgen. “Dan raken ze overstuur”, zegt de Spanjaard lachend. Zonder het letterlijk te zeggen, is hij toch helder in zijn visie. “Als ik nu in een auto met een verbrandingsmotor rijd, voel ik dat ik in het verleden rijd. Ik hou van het verleden. Het verleden was mooi, maar het is wel het verleden. Iedereen gaat de toekomst in, of je nu wilt of niet.”
Laat een reactie achter