Primeur op het autosalon: elektrische driewieler, en bijna 100% Belgisch

Ooit de natte droom van een optimistische wereldverbeteraar, vandaag dé elektrische wagen op het Autosalon: de Ecar. Een extreem ecologische driewieler om de stad mee te veroveren. En het strafst van al? Hij is bijna 100% Belgisch.

Als u even niet oplet, wandelt u er in paleis 9 zo voorbij: de 1,5 meter brede en 3,6 meter lange Ecars. Hoewel ze niet meteen in het oog springen, behoren ze tot de meest revolutionaire wagens van dit Autosalon, dat in het openingsweekend 86.000 mensen lokte. Niet alleen omdat ze volledig elektrisch en – met deels gerecycleerd materiaal – extreem ecologisch zijn, maar vooral omdat ze zo Belgisch mogelijk zijn. Peetvader Xavier Van der Stappen is een groene jongen, een wereldverbeteraar. Jaren geleden reed hij met elektrische prototypes van Brussel naar Dakar en van Kopenhagen naar Kaapstad: alles samen goed voor ruim 100.000 kilometers. “Ik herinner me nog hoe hij op het circuit van Zolder kwam aandraven met een elektrische motor, batterijen en een stel buizen”, vertelt Thierry Deflandre, voormalig directeur van het circuit.

In tegenstelling tot veel anderen hield Van der Stappen het niet bij plannen en prototypes. Nadat het autosalon twee jaar geleden zijn maquettes een plaatsje had gegeven, krijgt het nu de wereldprimeur van Ecars. “We staan hier met de drie modellen, die vanaf 1 maart de openbare weg op mogen”, vertelt Deflandre, die mee in het project gestapt is. “De E333 met drie zitplaatsen, de luxe-roadster E332 met twee plaatsen en de E331 met één plaats en een heleboel opslagruimte. Met een opgeladen batterij goed voor 150 of 300 kilometer.” De topsnelheid is 130 kilometer per uur. “Geen overbodige luxe voor een stadswagen, want als je van de ene kant van Brussel naar de andere kant wil, moet je toch af en toe eens via de ring.”

De wagens hebben vier wielen, maar omdat de achterste twee zo dicht bijeen staan, lijken het driewielers en vallen ze ook in die categorie. “Een zowel economische – de homologatie voor driewielers is eenvoudiger – als ecologische overweging, want het bespaart ons veel kilo’s.”

Een ander opvallend groene keuze is dat er geen verf op de wagen gespoten wordt. Een plastic film die met warmte op de auto gekleefd wordt, zorgt voor de kleur. Zo kan je ook om de twee jaar makkelijk van look veranderen.

Ten slotte zijn er nog de batterijen. “Je kan één batterijblok, goed voor 150 kilometer, kopen voor 6.000 euro of het lenen voor 100 euro per maand. Na vijf jaar nemen we die terug en gebruiken we ze vijftien jaar lang in laadstations. Pas binnen 20 jaar begint de recyclage.”

Klein beetje Peugeot

Op een aantal onderdelen van het Franse Peugeot na is de wagen helemaal Belgisch. “Uitgetekend door Belgische designbureaus, met Belgisch vlas voor de carrosserie, het chassis ineen gestoken in een beschermde werkplaats in Luik… Ook de assemblage moet in ons land gebeuren.” De bedoeling is om daar vanaf 2018 mee te beginnen, zodat er 500 auto’s per jaar kunnen worden gemaakt. Momenteel zijn er amper drie, alle drie al verkocht, maar er volgen er dit jaar nog 50.

Van der Stappen en Deflandre hopen in de toekomst vooral de overheid te kunnen overtuigen. “De politici in ons land zeggen hoe langer hoe meer dat we elektrisch moeten rijden, maar geven het goede voorbeeld niet. Een Ecar is ideaal voor bijvoorbeeld een wijkagent. Wat kan je als overheid nog meer willen dan een ecologisch voertuig van eigen makelij aan een redelijke prijs?”

Een Ecar kost overigens 20.000 euro, weliswaar zonder btw en batterij.

Geef als eerste een reactie

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*