De eerste publieke laadpaal van Vlaanderen is in Oostende ingehuldigd. Tegen 2020 moeten elektrische auto’s in elke gemeente zo’n ophaalpunt kunnen vinden.
De Vlaamse regering wil elektrisch rijden promoten. Tegen 2020 mikt het op 60.000 elektrische wagens. Vandaag rijden er zo’n 4.000 à 5.000 in België rond. Met een netwerk van laadpalen die voor iedereen toegankelijk zijn wil de regering meer chauffeurs overhalen.
Concreet zullen tegen 2020 2.500 publieke laadpalen worden geïnstalleerd, waarvan 750 dit jaar. Elke gemeente krijgt er minstens één. In bijvoorbeeld Baarle-Hertog zal dat bij één blijven, Gent daarentegen zal er tegen 2020 162 krijgen. Distributienetbeheerders Eandis en Infrax hebben daarvoor een spreidingsplan opgesteld. De levering, plaatsing en uitbating van de palen wordt uitbesteed.
“Mensen willen op uitstap kunnen gaan met hun elektrische wagen. Dit netwerk van publieke laadpalen is de overbrugging die nodig was”, argumenteert Vlaams minister van Energie Bart Tommelein (Open Vld). “De meeste Vlamingen zijn nu perfect in staat om een elektrische wagen te kopen en te beheren.”
Goedkoper dan diesel
De rekening voor het publieke netwerk zal niet in de eindfactuur van de energieconsument terechtkomen. “Het is een zelfbedruipend systeem”, verzekert minister Tommelein. Elektrisch rijden is overigens goedkoper dan diesel of benzine tanken. “Met 50 euro kun je met een diesel of benzine 700 à 900 kilometer rijden. Met een elektrische wagen wordt dat 1.200 kilometer”, aldus Dries Dennequin, coördinator publieke laadpalen bij Eandis. Naast het netwerk van 2.500 palen zal iedereen bij de netbeheerders ook een aanvraag kunnen indienen om een bijkomend oplaadpunt in hun buurt te installeren.
Laat een reactie achter