Waarom je het laden van je auto niet zomaar kunt vergelijken met tanken

Veel mensen vergelijken het laden van een volledig elektrische auto nog altijd met het bijtanken van een brandstofauto. Daarmee ontstaat bij hen het angstbeeld dat je met een elektrische auto zomaar een half uur verliest ‘aan de pomp’. In de praktijk komt een overgrote meerderheid van de bestuurders hooguit maandelijks bij de snellader langs de weg.

Dat blijkt uit het vorige week gepubliceerde EV Driver Survey 2020 van New Motion, de bedrijfstak van Shell die laadpalen en andere gerelateerde infrastructuur verzorgd. Bijna 40 procent van de bestuurders van elektrische auto’s, waarvan 22 procent geleased wordt van een werkgever, komt nooit of jaarlijks bij de snellader. Nog eens 37 procent geeft aan deze maandelijks te gebruiken.

Het gros van de bestuurders, 45 procent, laadt de auto dagelijks thuis op, terwijl nog eens ruim 18 procent dat op het werk doet. Daarmee heeft het proces meer overeenkomsten met het laden van een telefoon dan met het bijtanken van een brandstofauto, mits je een eigen oprit of garage hebt natuurlijk.

Van de Nederlandse ondervraagden zegt 81 procent te kunnen beschikken over een laadpunt thuis. Nog eens 72 procent kan ook laden op werk.

Volgens het onderzoek gebruiken de bestuurders voor hun gemiddelde dagelijkse rit slechts 20 procent van de batterij. Voor de ondervraagden is het dan ook niet heel belangrijk of ze met een volle accu van werk naar huis kunnen. Slechts 21 procent wil dat deze volledig bijgeladen is voor vertrek. Voor 51 procent is een capaciteit van tussen de 30 en 80 procent voldoende.

Bestuurders van elektrische auto’s staren zich niet blind op een volle accu. (Foto: Opel)

Grote bereidheid tot slim laden

Het onderzoek is gedaan onder bijna 5.500 mensen in Nederland, België, Frankrijk, Duitsland, Oostenrijk, Zwitserland en het Verenigd Koninkrijk. Uit de antwoorden over laadinfrastructuur blijkt dat Nederlandse bestuurders van elektrische auto’s verwend zijn met laadpalen. Volgens de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland telt ons land 51.331 (semi-) publieke laadpunten en 1.306 snelladers.

In ons land is de aandacht van meer laadpalen naar sneller laden verschoven. Sterker nog, meer laadlocaties komt op de derde plaats van verbeterpunten, terwijl dit in bijna alle andere landen bovenaan staat. Alleen in Frankrijk is sneller laden het belangrijkste punt.

De respondenten is ook gevraagd naar slim laden en het inspelen op de wisselende beschikbaarheid van bijvoorbeeld wind- en zonne-energie. Dit betekent dat aangesloten auto’s niet direct op vol vermogen worden bijgeladen of dat de laadsessie zelfs later begint. V2X-technologie, waarmee elektriciteit van de auto naar het elektriciteitsnet teruggevoerd kan worden, is ook meegenomen in de vragen.

Op Franse bestuurders na zijn alle respondenten in ruimte meerderheid bereid om slim te laden. Maar waar tot wel 73 procent van de Britten dit een goed idee vindt, zijn 52 procent van de Fransen hier niet toe bereid.

(Nog) grotere actieradius en lagere prijs wenselijk

Gevraagd naar wat andere bestuurders zou kunnen doen overstappen naar volledig elektrische voertuigen komen de huidige autobezitters uit op de min of meer gebruikelijke punten.

Ondanks dat 71 procent van hen het bereik van hun model voldoende vinden, denkt 56 procent dat een groter bereik ook een grotere acceptatie en verkoop betekent. 55 procent gelooft dat vooral een lagere aanschafprijs mensen zal doen overstappen.

Geef als eerste een reactie

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*