Slim stimuleringsbeleid voor elektrische auto’s

Technische verbetering van elektrische auto’s – vooral van de accu – en meer snellaadstations zal meer mensen verleiden om elektrisch te rijden. Maar ook een slim belastingbeleid en inspelen op milieubewustzijn bij bepaalde groepen kan helpen.

Dit blijkt uit het onderzoek van NWO-promovendus Alexandros Dimitropoulos (VU). Het onderzoek is gefinancierd uit het onderzoeksprogramma ‘Energietransities’. De meeste 100% elektrische auto’s zijn nog altijd niet aantrekkelijk genoeg voor consumenten die een schonere auto willen met zoveel mogelijk eigenschappen van een traditionele auto met verbrandingsmotor. Hoe kunnen de barrières voor aanschaf van dit soort auto’s worden geslecht?

Alleen daadwerkelijk elektrisch rijden stimuleren
Alexandros Dimitropoulos: “Allereerst moeten we steeds een onderscheid maken tussen plug-in hybride auto’s en 100% elektrische auto’s. Plug-in hybride auto’s kunnen een sleutelrol spelen in de transitie naar elektrische mobiliteit, omdat ze als het ware tussen de oude en de nieuwe soort auto in zitten. Consumenten kunnen dan vast een beetje wennen aan bijvoorbeeld het moeten laden, de stilte bij lage snelheden enzovoort. Maar de voordelen voor het milieu zijn natuurlijk veel lager, omdat veel mensen toch ook op fossiele brandstoffen blijven rijden. De fiscale stimulering voor plug-in hybrides moet daarom niet al te royaal zijn en zeker in de zakelijke markt gekoppeld zijn aan het aandeel daadwerkelijk elektrisch gereden kilometers.”

Meer snellaadstations
Consumenten hebben vooral moeite met de kleine actieradius van elektrische auto’s. Als die vergroot wordt en de snellaad-infastructuur wordt uitgebreid, zullen meer mensen elektrisch willen rijden, aldus Dimitropoulos. Om uit de niche van sport- of luxe wagens te komen, moet technologische ontwikkeling vooral gericht worden op meer geavanceerde accutechniek, waardoor de kosten en de laaddtijd van de accu verminderen en de actieradius omhoog gaat. “Plug-in hybride rijders kun je met beleid lastig aansporen om daadwerkelijk elektrisch te rijden. Dat lukt waarschijnlijk beter als er een hogere dichtheid van snellaadstations wordt gerealiseerd. Dat maakt adoptie van elektrische auto’s ook minder afhankelijk van fiscaal beleid.”

Vrouwen, hoogopgeleiden en ouderen
Beleid zou zich verder in de eerste adoptiefase moeten richten op stimuleren van de vraag door automobilisten bewust te maken van de afstanden die ze rijden en hen te trainen in het efficiënt inzetten van de actieradius die de accu biedt. Meest gevoelig voor een vroege overstap naar elektrisch zijn bij de zakelijke rijders de mensen die niet zoveel hoeven te rijden en een voorkeur hebben voor een kleine auto. Bij huishoudens met een eigen auto blijken het vooral vrouwen en mensen met een groot milieubewustzijn te zijn. Dimitropoulos: “Hier kun je met beleid en communicatie op inspelen. Onder milieubewusten vind je relatief veel vrouwen, hoogopgeleiden en oudere personen. Een hoog inkomen speelt trouwens geen rol. Mensen met hoge inkomens lijken juist minder snel te willen overstappen.”

Milieu-effecten meetellen
Wat fiscale maatregelen betreft, leverde de vroegere belastingaftrek om de vraag in de zakelijke markt te stimuleren inderdaad veel aangeschafte elektrische auto’s op, maar de maatschappelijke kosten hiervan bleken uiteindelijk te hoog – onder andere omdat er relatief veel dure modellen werden aangeschaft. Het zou beter zijn om jaarlijks een vaste bijtellingsreductie te geven bij aanschaf (bijvoorbeeld € 1000) op basis van de positieve milieu-effecten in plaats van een percentage zoals nu gebruikelijk is, zodat mensen gestimuleerd worden om milieuvriendelijke auto’s te nemen in plaats van dure auto’s: 100% elektrische auto’s zouden dan relatief gunstiger voor de eigenaar moeten uitvallen dan plug-in hybride auto’s. In elk geval zou daadwerkelijk elektrisch rijden beloond moeten worden en fossiel rijden bestraft, aldus Dimitropoulos. Een eenduidig belastingtarief voor alle auto’s van de zaak, ongeacht hun milieu-impact, voorkomt dat differentiatie leidt tot ongewenste neveneffecten. Verder zou de BPM (belasting van personenauto’s en motorrijtuigen) gebaseerd moeten worden op daadwerkelijke CO2-emissies en andere uitstoot zodat de milieu-impact van auto’s evenredig wordt belast.

Meer informatie
Alexandros Dimitropoulos voerde zijn promotieonderzoek ‘Low Emission Vehicles: Consumer Demand and Fiscal Policy’ uit aan de Vrije Universiteit Amsterdam, als onderdeel van het programma ‘Elektrische voertuigen: de eerste fase van het adoptieproces’, met financiering uit het NWO-programma Energy Transitions. Promotor was prof.dr. Jos van Ommeren.

Geef als eerste een reactie

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*