Door om te schakelen op auto’s die hun energie opwekken met behulp van brandstofcellen zal de CO2-uitstoot significant verminderen. Voor de opbouw van de complete infrastructuur voor het wegverkeer in Duitsland zou volgens wetenschappers van het Forschungszentrum Jülich 61 miljard euro nodig zijn.
Wind en zon leveren niet gelijkmatig energie en ook niet op het tijdstip waarop deze juist nodig is. De massale uitbouw van duurzame energie vereist daarom oplossingen om tijdelijke overschotten te gebruiken en op te slaan.
Met behulp van elektrolyse-installaties kan men piekopbrengsten gebruiken op waterstof uit water te maken, dat net als aardgas goedkoop in onderaardse zoutholtes kan worden opgeslagen, aldus wetenschappers van het Jülicher Institut für Energie- und Klimaforschung (IEK-3).
Grote aantallen
Er zouden pijpleidingen ter lengte van 42 000 km en zo’n 10 000 nieuwe tankstations voor waterstof nodig zijn om 75% van de personenauto’s van waterstof te voorzien. In totaal moet voor elektrolyse-installaties, pijpleidingen, tankstations voor waterstof en de ontsluiting van holtes op 61 miljard euro worden gerekend.
Verdeeld over de totale opbouwfase van veertig jaar zijn de jaarlijkse kosten daarmee gemiddeld lager dan de huidige investeringen in het aardgasnet. De 633 beheerders van het distributienet hebben in het jaar 2013 rond 2 miljard euro uitgegeven voor het onderhouden en uitbouwen van het aardgasnet.
De kosten voor waterstof zouden vergelijkbaar zijn met de huidige brandstofkosten. Ze zouden – afhankelijk van de vergoeding voor de gebruikte stroom – omgerekend maar een paar eurocent per kWh onder of boven de huidige benzineprijzen liggen. Ook qua comfort hoeven automobilisten niets in te leveren. Een auto op brandstofcellen is binnen drie minuten volgetankt. De actieradius bedraagt tot 700 km.
Wegbereider
Met behulp van waterstof als opslagmiddel zou men volgens de onderzoekers een groot deel van de centrales die op fossiele brandstoffen draaien, kunnen vervangen door windenergie. In hun scenario gaan de onderzoekers uit van in totaal 170 GW elektrisch vermogen op land en 59 GW uit de kust in het jaar 2050.
Samen is dat ongeveer het vijfvoudige totale vermogen van windenergie van 2016, wat overeenkomt met een vermindering van de CO2 uitstoot met in totaal 20%, Nog 6% is te besparen door het vervangen van conventioneel aangedreven personenauto’s.
Tegelijkertijd kunnen ook de hoeveelheden stikstofoxiden en fijnstof in de steden duidelijk worden verminderd. De uitlaatgassen van auto’s op waterstof bestaan uitsluitend uit waterdamp. Extra besparingen zouden nog mogelijk zijn door het invoeren van bussen en bestelauto’s.
Lagere aanvangskosten
De investeringsbehoefte voor de infrastructuur hangt in hoge mate af van de dure elektrolysecapaciteiten af. Voor een startende vloot van 10 000 voertuigen op brandstofcellen zou weliswaar een landelijk dekkend net van tankstations nodig zijn, maar vooralsnog een relatief geringe elektrolysecapaciteit van zo’n 23 MW in het jaar 2025. In het begin is immers maar relatief weinig waterstof nodig.
Om op lange termijn 75% van de Duitse personenauto’s te voeden – ofwel naar schatting 33 miljoen auto’s op brandstofcellen – zou echter een duizendvoudige elektrolysecapaciteit met een totaal elektrisch vermogen van 28 GW nodig zijn. Dat komt overeen met het vermogen van vijftig kolencentrales.
Laat een reactie achter