Er zijn weinig landen waar het zo eenvoudig is om over te stappen op elektrisch rijden als in Nederland. Maar ondanks de hoogste ‘laadpaaldichtheid’ ter wereld, een flinke keus aan nieuwe en gebruikte modellen én goedbedoelde overheidssubsidies voor particulieren en zakelijke rijders, is de drempel om elektrisch te gaan rijden voor veel mensen nog altijd te hoog. Het probleem? Veel elektrische auto’s (kortweg: EV’s) zijn simpelweg nog te duur. Het goede nieuws? Met een beetje geluk brengen de nieuwkomers van 2021 daar enige verandering in.
Vanaf 20.000 euro
Want voor het eerst in de geschiedenis komen diverse automerken met batterijmodellen die voor zo’n 20.000 euro nieuw te koop zijn. Dacia, het van oorsprong Roemeense dochterbedrijf van Renault, komt bijvoorbeeld met de compacte Spring. Die is zo’n dertien centimeter langer dan de Renault Twingo (die sinds kort ook elektrisch verkrijgbaar is, vanaf 20.590 euro) en moet per laadbeurt ongeveer 225 kilometer kunnen halen.
‘Action-versie’
De Spring heeft slechts 44 paardenkrachten en kan niet harder dan 125 kilometer per uur, maar Dacia spreekt zelf van de ‘voordeligste nieuwe EV die je straks kunt kopen in Europa’. Voorzien van nieuwere techniek en langere garantie kan zo’n auto een aantrekkelijk alternatief zijn voor een gebruikte Renault Zoe of Nissan Leaf.
Fiat mengt zich in de strijd met een uitgeklede ‘Action’-versie van de nieuwe 500e, die 24.900 euro kost. Die is minder sterk dan de duurdere versies en komt met zijn batterijen slechts 180 kilometer ver (tegen zo’n 320 km voor de overige varianten). Conclusie: wie relatief goedkoop elektrisch wil rijden, moet dus nog wel onverminderd bereid zijn om compromissen te sluiten.
Drie trends
Bovendien blijven de kleine EV’s nog altijd flink duurder dan hun benzinebroertjes. Dacia brengt bijvoorbeeld in 2021 óók een nieuwe Sandero uit, die groter is dan de Spring, voor prijzen vanaf 13.490 euro. Een spectaculaire uitzondering is de Citroën Ami, die naar verluidt zo’n 7.000 euro gaat kosten. Al kunnen we in dat geval niet echt spreken van een auto, want de Franse ‘stadsvriend’ gaat niet harder dan 45 kilometer per uur en is dus eerder een brommobiel.
In het prijssegment tussen de 40.000 en 60.000 euro zijn drie duidelijke ontwikkelingen zichtbaar. Ten eerste kun je volgend jaar kiezen uit veel meer (elektrische) middenklassers dan nu het geval is, want vrijwel elk automerk brengt één of meer EV’s op de markt. Kijk maar naar Seat, Audi en Skoda die met respectievelijk de El-Born, Q4 e-Tron en Enyaq iV allemaal hun eigen varianten uitbrengen op de modulaire techniek die nu al onder de Volkswagens ID.3 en ID.4 huist.
Tesla
Bij Tesla verschijnt de compacte SUV Model Y, gebaseerd op de Model 3. Citroën brengt de verrassend originele ëC4 uit, Mercedes-Benz komt met een batterijversie van de GLA (die EQA gaat heten), Ford begint met de uitlevering van de langverwachte Mustang Mach-E, bij Opel debuteert de Mokka-e en Nissan laat de Ariya de showrooms binnenrollen. Opvallend: al deze auto’s zijn SUV-achtigen met een hoog koetswerk en sommigen kun je ook nog steeds krijgen met een benzine- of dieselmotor.
De tweede ontwikkeling in het middensegment is de definitieve doorbraak van alternatieven uit China. Op dit moment is de Aiways U5 al leverbaar maar die krijgt volgend jaar gezelschap van onder meer de Byton M-Byte, de Xpeng G3, diverse nieuwe modellen van MG en van de Lynk&Co 01. Die laatste is interessant vanwege de vernieuwende verkooptactiek: het Chinese bedrijf wil liefst dat je hun plug-inhybride SUV met een flexibel maandabonnement gaat rijden, dat je desgewenst elke maand kunt opzeggen. Dit soort deelauto-programma’s zal waarschijnlijk volgend jaar in toenemende mate worden aangeboden.
800 volt, 800 kilometer
Trend nummer 3: geavanceerde technologieën voor elektrische auto’s druppelen door naar bereikbaardere modellen. Zo brengen Hyundai en Kia in 2021 EV’s op de markt met een 800 Volt-systeem. Dat is het dubbele van veel huidige modellen en zorgt ervoor dat met name het snelladen onderweg veel beter gaat. Waar we nu gewend zijn aan drie kwartier stilstaan om tot 80 procent acculading te ‘tanken’ bij een snellader, moeten 800V-auto’s dat in een kwartiertje kunnen doen. Daarmee pakken de Koreaanse merken mogelijk een grote voorsprong op de concurrentie, want op dit moment is alleen de super sportieve en peperdure Porsche Taycan tot dit soort laadsnelheden in staat.
Over die Porsche gesproken: concerngenoot Audi introduceert volgend jaar een variant op de Taycan, die als e-Tron GT door het leven zal gaan. Autokopers met een flink budget kunnen sowieso kiezen uit veel nieuwe modellen, waarbij de beloofde reikwijdtes opvallen. Waar je momenteel nog blij mag zijn met 500 kilometer daadwerkelijke actieradius per laadbeurt, belooft MercedesBenz dat de nieuwe EQS topsedan ‘meer dan 700 kilometer’ haalt, een getal dat Tesla ook aanhaalt voor de komende Model S Long Range Plus. Concurrent Lucid Motors, een nieuwkomer uit Silicon Valley, claimt zelfs 832 kilometer per acculading voor de Air: eveneens een luxueuze en ruime elektrische limousine met veelbelovende technologie.
Kortom, elektrisch rijden wordt betaalbaarder en interessanter in 2021, maar je bent bij aanschaf nog steeds flink duurder uit in vergelijking met benzine- en dieselauto’s. En hierdoor laat de al zo lang voorspelde doorbraak van het elektrisch rijden toch nog even op zich wachten.
Laat een reactie achter